Als school volgen we de ontwikkeling van kinderen stap voor stap. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is de IEP-toets. Maar wat is dat eigenlijk, en waarom gebruiken we deze toets?
Wat is de IEP-toets?
De IEP-toets is een instrument waarmee we een breed beeld krijgen van de ontwikkeling van een kind. Niet alleen rekenen en taal komen aan bod, maar ook creativiteit en het welbevinden van kinderen. Zo laat de toets zien wat een leerling al kan en waar nog groeikansen liggen.
Waarom gebruiken we de IEP-toets?
De toets is bedoeld als hulpmiddel voor de school en niet om kinderen op af te rekenen. De resultaten helpen ons om lessen beter af te stemmen op wat kinderen nodig hebben. Het gaat dus niet om goed of fout, maar om de vraag: wat gaat al goed en waar kunnen we nog stappen zetten? De IEP helpt kinderen om hun eigen leerproces beter te begrijpen en ondersteunt de school om het onderwijs te verbeteren.
Hoe gaan we om met de resultaten?
De IEP-toets wordt twee keer per jaar afgenomen. De uitkomsten bespreken we met kinderen en hun ouders. Een lagere score op een bepaald onderdeel zien we niet als probleem, maar als signaal: wat heeft dit kind nodig om verder te groeien? Ook gebruiken we de resultaten om te kijken of we ons onderwijs moeten aanpassen. Als meerdere kinderen moeite hebben met hetzelfde onderwerp, passen we daar ons lesaanbod op aan.
Wat betekent dit voor kinderen?
Het belangrijkste is dat kinderen weten dat de IEP geen spannende toets is. Het is een momentopname die laat zien waar ze nu staan en hoe ze verder kunnen groeien. Kinderen maken de toets in hun eigen tempo en in een rustige setting, zodat we een eerlijk en compleet beeld krijgen van hun mogelijkheden.